Een van de obstakels waarmee beginnende fotografen worden geconfronteerd, is het begrijpen van de belichtingsdriehoek. Diafragma, sluitertijd en ISO. Het is niet alleen belangrijk om praktische kennis van elk afzonderlijk te ontwikkelen, maar ook hoe ze samenwerken om een perfect belichte foto te maken.
Diafragma regelt de hoeveelheid licht die een lens binnenkomt en is verantwoordelijk voor de scherptediepte, of de omvang van het beeld dat scherp is. Lees hier meer over dit onderwerp.
De sluitertijd bepaalt hoe lang de sensor van je camera wordt blootgesteld aan licht en is verantwoordelijk voor het verschijnen van beweging op de foto.
ISO bepaalt hoe gevoelig de sensor van uw camera is voor licht en is ook verantwoordelijk voor hoeveel digitale ruis in de afbeelding verschijnt.
In dit artikel ga ik mijn uitleg focussen wat sluitertijd is, wat het doet en hoe je het kan gebruiken.
Wat is sluitertijd?
Sluitertijd verwijst naar de hoeveelheid tijd dat de sluiter van de camera open is. Hoe langer de sluiter open is, hoe meer licht er naar de sensor van de camera kan. Omgekeerd geldt: hoe korter de sluiter open is, hoe minder licht er doorheen kan.
Het wordt meestal gemeten in fracties van een seconde, zoals 1/100 seconde, 1/1000 seconde of zelfs 1/8000.
Een sluitertijd van 1/2 seconde betekent dat wanneer je op de ontspanknop drukt, de sluiter gedurende 1/2 seconde wordt geopend, licht doorlaat naar de sensor van de camera en vervolgens weer sluit.
Maar sluitertijden kunnen ook langer duren, meestal tot 30 seconden op de meeste camera’s. Die tijd kan verder worden verlengd tot minuten of zelfs uren door gebruik te maken van de zogenaamde Bulb-modus.
De sluitertijd kan een essentieel hulpmiddel zijn om een foto met de juiste helderheid te maken. Op een zonnige dag moet je mogelijk een snelle sluitertijd gebruiken, zodat de foto niet overbelicht wordt. En als het donker is, kan een lange sluitertijd nodig zijn om een foto te vermijden die te donker is. Voor veel mensen is dit de belangrijkste reden om de sluitertijd aan te passen: om ervoor te zorgen dat uw foto’s de juiste helderheid hebben.
Snelle en lange sluitertijden, hoe kan je het gebruiken?
Een snelle sluitertijd wordt gebruikt om het bewegende onderwerp zo haarscherp mogelijk te krijgen. Als je rijdende auto’s gaat fotograferen, kan dat met 1 / 1000ste seconde of sneller zijn. Voor algemene fotografie van langzamere bewegende onderwerpen of zelfs stilstaande onderwerpen als auto’s kunt u echter foto’s maken op 1 / 200ste seconde, 1 / 100ste seconde.
Lange sluitertijden zijn doorgaans langer dan 1 seconde, op dat moment is het belangrijk om een statief te gebruiken. Dit om scherpe beelden te krijgen.
Creatief omgaan met een lange sluitertijd
Je zou lange sluitertijden ook kunnen gebruiken voor bepaalde soorten fotografie om bijvoorbeeld juist opzettelijk beweging vast te leggen. Als er iets in uw scène beweegt wanneer je lange sluitertijden gebruikt, zal het erg wazig overkomen. Maar dat kan juist een interessant keuze zijn om in de foto aan te tonen dat er beweging is.
Voorbeeld sluitertijd 1/30ste van een seconde:
Panning
Panning is een techniek waarmee je beweging in een foto kunt vastleggen door met een vrij lange sluitertijd te fotograferen en het onderwerp bij het nemen van de foto te volgen. Mits je voor een goede balans zorgt uiteraard. Dus een sluitertijd snel genoeg om het onderwerp scherp te fotograferen en traag genoeg om de omgeving te vervagen kan je een erg mooi resultaat krijgen.
Voorbeeld sluitertijd 1/100ste van een seconde:
Ingebouwde beeldstabilisatie
Sommige camera’s hebben ingebouwde beeldstabilisatie. Dit zorgt voor een reductie van trillingen die je via je hand kan doorgeven. Deze technologie helpt om foto’s te maken in de hand met lange sluitertijden. 1/5de van een seconde bijvoorbeeld is mogelijk. Niet alleen camera’s hebben deze optie, maar er zijn ook diverse lenzen op de markt waar het ingebouwd is. Canon lenzen hebben de aanduiding ‘IS’, Sony ‘OSS’ & Nikon ‘VR’.
Laat een bericht achter